De meeste mensen denken bij het woord Puch aan de Maxi en de scooters die je vandaag de dag veel ziet rijden. Maar Puch heeft meer gedaan dan aIleen die modellen te bouwen.
                                                                                                                         
In 1954 kwam de eerste brommer van Puch uit de fabrieken onder de naam MS50, door Nederlanders ook wel baby Puch genoemd. De brommer was in het begin helemaal niet populair omdat hij zo verschilde met de brommers die toen op de markt waren zoals NSU, Kreidler, Berini. De  Nederlandse importeur bleef echter volhouden en de jeugd in Nederland begon massaal zo'n Puch te kopen.
                                                                                                                                    
De eerste MS50 (werd in Nederland de baby Puch genoemd) omdat het frame, de voorvork en het tankje kleiner waren dan van de Puchs die erna werden geproduceerd. De allereerste MS50's hadden nog geen aanzuiggeruisfilter en hadden een klein bagagedragertje wat treeftje genoemd werd. In 1957 begon men met de productie van de VS50 die erg populair werd. De eerste modellen hadden beplating in het voor- en achterspatbord, waarbij het voorspatbord was uitgevoerd met een aluminium sierneusje. Later werd de al grotere koplamp als die van de MS50 vervangen met de bekende kikkerbek. De kettingkast was geheel gesloten. Na de VS50 zou de MV50 geproduceerd worden, uitgevoerd met een voetversnelling. Dit model werd geproduceerd tot 1984 waarna er aIleen nog maar Puch Maxi bromfietsen verkrijgbaar waren.

Je kreeg in de verschillende steden van Nederland allerlei Puch culturen die hun Puch zo veranderden om maar bij de groep te horen. De bekendste is "De Haagse Puch" die toch weI geheel verschilde van het productiemodel. Van deze brommer moest zoveel mogelijk afgehaald worden zodat hij eruit zag als een echte ragbak. In Nederland was het model VS50 heel erg populair. Met zijn dichte spatborden en "Kikkerbek" koplamp viel dit model erg op. Maar in Den Haag was het gewoon dat als je een VS'je kocht, de kikkerbek er afhaalde en verving door het kleine ronde koplampje. Ook werd de beplating van de spatborden eraf geknipt.

In die tijd werd het niet echt getolereerd dat je op een Tomos reed. De Tomos is het halfbroertje van de Puch. Tomos mocht middels een licentie van Steyr Daimler Puch AG in Joegoslavië gemaakt worden. In eerste instantie  was de brommer bestemd voor de Joegoslavische markt. Er stond echter niets over een exportverbod in de licentieovereenkomst;  vandaar dat de Tomos bromfietsen ook naar Nederland en andere landen werden uitgevoerd. Dat is nooit een probleem geweest bij Steyr Daimler Puch AG; wél bij R.S.Stokvis & Zonen, die door de import van Tomos er een stevige concurrent bijkregen. Het model is precies hetzelfde als van de Puch.  De Tomos was in die tijd meer voor de minder draagkrachtige mensen, omdat hij 100 gulden goedkoper was.

Als je precies wilt weten wat er allemaal voor modellen en veranderingen zijn geweest moet je eens op de PTCN-site kijken. Hier staan ook aIle technische details op.